Het is een bekend issue binnen het onderwijs. Leerlingen komen van de basisschool en zijn veel beter in bijvoorbeeld taal dan rekenen. Vanaf de brugklas krijgen ze echter alle vakken op hetzelfde niveau aangeboden. Het Kameleonproject heeft hier verandering in gebracht. Leerlingen volgen de AVO-vakken (Algemeen Vormend Onderwijs) op hun eigen niveau, om zo alles uit zichzelf te halen. Op het Maarten van Rossem in Arnhem kunnen leerlingen sinds het schooljaar 2012-2013 meedoen aan het Kameleonproject.
Werken op een passend niveau
Op het Maarten van Rossem kunnen leerlingen van de vmbo-onderbouw en de brugklas van het lwo+ meedoen aan het Kameleonproject. Veel leerlingen leren niet bij ieder vak in hetzelfde tempo. Hierdoor is sommige lesstof nog te moeilijk, de leerling haalt lage cijfers en raakt zijn/haar plezier voor het vak kwijt. Als de lesstof juist te gemakkelijk is, leert de leerling een tijdlang niets nieuws. Tijdens het Kameleonproject krijgt de leerling ieder vak op zijn/haar eigen niveau aangeboden, ook is het mogelijk om op eigen niveau examen te doen.
Kameleonproject in de praktijk
Voor leerlingen van de vmbo-onderbouw en de brugklas van het lwo+ is het Kameleonproject te volgen. In de praktijk werkt dit als volgt. Zodra een leerling twee toetsperiodes achter elkaar een 7,5 of hoger haalt voor een vak, mag hij/zij dit op een hoger niveau volgen. En scoort hij juist twee toetsperiodes een 5,0 of lager voor een vak, dan mag hij/zij dit juist een niveau lager volgen. Het laagste niveau is bbl (beroepsbegeleidende leerweg) en het hoogste niveau is tl (theoretische leerweg). Deze afspraak geldt voor de vakken Nederlands, Engels, wiskunde, natuurkunde/scheikunde, biologie en mens & maatschappij. Door gedifferentieerd examen te doen kan een bbl-leerling bijvoorbeeld een bbl-diploma behalen, met twee vakken op kbl-niveau (kader beroepsgerichte leerweg) en twee vakken op tl-niveau.