• Home ›
• Nieuws ›
• Spelenderwijs leren met de Executieve Functie Carrousel

Geplaatst op 20 april 2022

Lyceum Elst brengt leerlingen verder vanuit de sterke onderlinge relatie. Maar wat doe je als die tijdelijk wegvalt? De pandemie bleek in die zin een eye-opener. Met het geld van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) ontwikkelde de school de Executieve Functie Carrousel.
 
Gedurende zes periodes werkt Lyceum Elst afwisselend aan verschillende executieve functies: vaardigheden die je nodig hebt om succesvol te kunnen functioneren te midden van alle uitdagingen en veranderingen die het dagelijks leven met zich brengt. In deze carrousel komen onder andere de volgende executieve functies aan bod: timemanagement en prioritering, plannen en organiseren, het kunnen starten van een taak, flexibiliteit, focus en doelgericht doorzettingsvermogen.
 
Werken aan autonomie
“Als school staan we bekend om onze persoonlijke benadering en de sterke relatie met onze leerlingen”, vertelt Mandy van Gelder, economiedocent en NPO-projectleider. “Toen die relatie als gevolg van corona deels wegviel bij het online lesgeven, stelden we ons de vraag: hoe kunnen we onze leerlingen vaardigheden bijbrengen die – wanneer de relatie even anders verloopt – het leren op afstand makkelijker maken?”
 
Spelenderwijs leren toepassen
“Anders dan dat je vaak ziet, vinden wij dat we – in deze toch al uitdagende tijd – geen druk moeten leggen op leerlingen door hen heel bewust en expliciet aan executieve functies te laten werken”, benadrukt Mandy. “Wij kiezen ervoor om docenten op een laagdrempelige manier bekwaam te maken in het aanbieden van executieve vaardigheden. Zodat zij deze met behulp van leuke werkvormen – impliciet - kunnen integreren in hun lesprogramma en de verschillende vaardigheden vervolgens via de warme docent-leerling-relatie kunnen overbrengen. Zo leren leerlingen de executieve functies onbewust en spelenderwijs toepassen.”
 
Eén-A4-aanpak
“Om docenten op weg te helpen, bieden we per onderdeel één A4 aan met concrete en praktische informatie. We vinden het belangrijk om dit zo laagdrempelig mogelijk te doen, zodat de docent er makkelijk mee aan de slag kan”, legt Mandy uit. “Zo’n A4 bevat een bondige uitleg over de betreffende executieve functies, enkele concrete leerdoelen en een aantal startvragen voor de docent; die zetten hem/haar aan het denken over de eigen bekwaamheid rondom het betreffende onderdeel.”
 
Gamification
“We geven docenten daarnaast praktische tips mee voor inspirerende werkvormen”, vervolgt Mandy. “Zo kun je gamification toepassen. Een voorbeeld als het gaat om timemanagement: verdeel opdrachten in ‘levels’ en daag leerlingen uit om binnen een vastgestelde tijd zoveel mogelijk van deze ‘levels’ te halen. Op die manier wordt leren een spel. Leerlingen kunnen zo hun eigen werktempo toetsen en krijgen inzicht in hoe snel zij werken ten opzichte van andere leerlingen.”
 
Samen werken aan onderwijs
“Ik vind het ontzettend leuk en interessant om dit samen met mijn collega’s op te zetten; ik heb er vanuit een eerdere werkomgeving ook de nodige ervaring mee”, aldus Mandy. “Wat ik als projectleider geleerd heb? Dat ik in al mijn enthousiasme soms wat pas op de plaats moet maken en collega-docenten de tijd en ruimte moet geven om dit op te pakken.” Naast werken aan de autonomie van leerlingen, zijn bijkomende doelen van dit project het vergroten van de leeropbrengst en het creëren van meer rust in de les. Ook verwacht de school minder leerlingen met kleine leerproblemen te hoeven doorverwijzen naar het ondersteuningsteam.
 
Duurzaam ontwikkelen
“Van begin af aan is voor ons duidelijk dat het NPO-geld een duurzaam effect moet hebben. Zonde om hiervan alleen op de korte termijn gebruik van te maken”, onderstreept Mandy. “Wij zetten het NPO-geld in als ontwikkeltijd: via deze carrousel kunnen we docenten dit schooljaar versneld ervaring laten opdoen met het aanbieden van de diverse executieve vaardigheden. In juni gaan we met elkaar inventariseren binnen welke sectie en in welk leerjaar de verschillende executieve functies aan bod moeten komen. Vanaf volgend schooljaar kunnen we ze dan verspreid en structureel inbedden in onze lesprogramma’s.”

« Terug naar overzicht