Van brugpieper tot eerstegraads docent

• Home ›
• Nieuws ›
• Van brugpieper tot eerstegraads docent

Geplaatst op 03 februari 2023

In 2008, het jaar waarin Quadraam werd opgericht, stapte Mel van Dreven als brugklasser het Stedelijk Gymnasium Arnhem binnen. Dat ze er vijftien jaar later als docent Nederlands zou werken, had ze toen nooit kunnen bedenken. Via een omweg vond ze haar roeping.
 
Wat was jouw eerste indruk toen je het SGA vijftien jaar geleden binnenliep?
“In vergelijking met mijn basisschool voelde het natuurlijk vooral groot en nieuw; spannend! Toch had ik heel snel een vertrouwd gevoel. Als nieuwkomer kreeg ik de aandacht die ik nodig had. De docenten voelden heel goed aan hoe ze me moesten opvangen. Ik voelde me gezien en wist meteen: dit is mijn school.”
 
Hoe ervaar je dat nu als docent?
“Nog precies hetzelfde! Er heerst, ondanks het grote schoolgebouw, een kleinschalige sfeer. Destijds kende ik alle leerlingen en docenten. En dat is nu nog steeds zo. Als er een nieuw koppie tussen zit – bijvoorbeeld een toekomstige brugklasser die een dagje meeloopt – zie ik dat meteen en stel ik diegene meteen even op zijn of haar gemak. Ook als jonge docent word ik goed begeleid.”
 
Hoe bijzonder is het om les te geven op de school waar je leerling was?
“Superleuk! De eerste twee weken als docent waren best een beetje gek: ik voelde ik me toch weer een soort van leerling. Maar dat gevoel kon ik ook weer vlot opzij zetten. Het was vanaf dag één thuiskomen en ik wist al heel snel: hier wil ik nog jaren werken!”
 
En dat terwijl docent worden helemaal niet in de lijn der verwachting lag?
“Klopt. Ik wilde van jongs af aan gynaecoloog worden en heb eindexamen gedaan binnen het profiel Natuur & Gezondheid. Vervolgens heb ik me aangemeld voor de studie Geneeskunde; daar werd ik uitgeloot. Toen ben ik Biologie gaan studeren en een tijdje later Rechten. Dat bleek het allebei niet helemaal te zijn voor mij. Op mijn twintigste ben ik me gaan afvragen ‘wat past er nu echt bij mij?’. Toen pas ontdekte ik de studie Nederlands en dat je daarmee docent kon worden. Ik bloeide helemaal op! Had je mij in groep 8 gevraagd hoe mijn toekomst eruit zou zien, dan had ik dit scenario niet kunnen bedenken. Nu zou ik niet anders willen!”
 
Heb je op school ook andere rollen naast die van docent?
“Ik ben mentor van een tweede klas; heel leuk en leerzaam! Daarnaast ben ik betrokken bij allerlei voorlichtingsactiviteiten waarbij we leerlingen uit groep 7 en 8 op een laagdrempelige manier laten kennismaken met onze school. Denk bijvoorbeeld aan de Challenge Day, een middag waarop je allerlei leuke, uitdagende opdrachten krijgt, zoals raketten bouwen of ontsnappen uit een escape room. Ook begeleid ik groep-8-leerlingen tijdens individuele meeloopdagen. Tot slot begeleid ik de leerlingen in onze leerlingenraad bij het organiseren van uiteenlopende activiteiten.”
 
Heerst er in de maatschappij een juist beeld van het gymnasium van nu?
“Het beeld is vaak nog eenzijdig: dat we alleen uit boeken leren bijvoorbeeld en dat we vooral met de oudheid bezig zijn. Terwijl ons onderwijs juist met de tijd meegaat. Zo bieden we op school een Open Atelier aan, hebben we een Lego League en doen we mee aan de Young Solar Challenge, waarbij leerlingen zelf een boot op zonne-energie bouwen. Ook kan je als leerling bijvoorbeeld deelnemen aan ons social media team. Kortom, heel veel mogelijkheden om uiteenlopende talenten te ontwikkelen waar je in de toekomst verder mee komt.”
 
Nog andere dingen die je opvallen?
“Je merkt dat er vaak nog een stereotiepe beeld heerst van ‘dé gymnasiast’. Zo hoor ik regelmatig ‘jij hebt het als docent lekker makkelijk op het gymnasium’. Ik kan je vertellen: hier op school zitten ook gewoon pubers met hun eigen puberproblemen en met allerlei interesses buiten school die lonken. Ook gymnasium-leerlingen zijn echt niet altijd gemotiveerd om de lessen te volgen. Daarnaast is ons leerlingenbestand de laatste jaren veel diverser geworden. Voorheen zag je eigenlijk vooral leerlingen uit Arnhem-Noord bij ons op school; tegenwoordig is ons verzorgingsgebied veel groter. Dat vind ik een mooie ontwikkeling.” 
 
Hoe kijk je als jonge docent Nederlands naar de literatuurlijst?
“Ik heb mijn scriptie geschreven over de leeslijst in relatie tot de motivatie van leerlingen. Lezen is ontzettend belangrijk, maar je kunt het in mijn ogen niet afdwingen. Wat dus in ieder geval niet helpt, is leerlingen verplichten zware kost te lezen die ze niet begrijpen of die niet aansluit bij hun leefwereld. Leerlingen moeten vooral ervaren dat lezen leuk is. En misschien kiezen ze nu dan niet het boek dat jij in gedachten hebt, maar als ze het lezen eenmaal omarmen, is de kans veel groter dat ze dat later wél doen.”
 
Hoe ziet het onderwijs er wat jou betreft over 15 jaar uit?
“Dat ons vak en onze school zich blijven ontwikkelen staat vast. Het belangrijkste is dat we oog blijven houden voor de behoeften van onze leerlingen. Die maken mijn werk écht leuk!”

« Terug naar overzicht