-
Home
›
-
Nieuws
›
- Het Westeraam bouwt aan duurzaam leer- én werkgeluk
In september starten brugklassers op Het Westeraam in Elst met het compleet vernieuwde onderwijsconcept van de school. Met niet alleen (nog) meer context, verrijking en maatwerk voor de vmbo-leerlingen, maar ook meer regie en ruimte – werkgeluk! - voor docenten. Benieuwd naar hun aanpak?
“Een echt vernieuwend en duurzaam onderwijsconcept neerzetten – als het ware uit het vertrouwde, verankerde systeem stappen – doe je, en kun je, niet zomaar. Het is een heel inspirerend en tegelijkertijd ook complex traject”, vertelt Marieke Peppelman, directeur van het Westeraam. Samen met Marcel Jansma (onderwijsinnovator & docent), en Jan Broeder (voormalig afdelingsleider en inmiddels adviseur en projectleider onderwijsvernieuwing), is zij de aanjager van de nieuwe ‘Koers’ van de school.
Gedegen aanpak
“Ons doel is onderwijs te ontwikkelen dat (nog meer) aansluit bij de leefwereld en leerbehoeften van de nieuwe generatie leerlingen. Tegelijkertijd willen we het lerarenvak aantrekkelijker maken. Daarom hebben we van begin af aan uiteenlopende doelgroepen bij het proces betrokken: (oud-)leerlingen, ouders, bedrijven en docenten. Ook hebben we andere scholen bezocht ter inspiratie. Al die inzichten zijn vertaald naar een nieuw onderwijsprogramma waarin acht ‘werelden’ centraal staan. Onze docenten zijn in verschillende werkgroepen volop bezig met de concrete uitwerking daarvan”, licht Marcel toe.
Inzet convenantgelden voor duurzaam werkgeluk
“We vinden het belangrijk dat onze docenten achter het nieuwe onderwijsprogramma staan. En we willen hun kennis en ervaring natuurlijk benutten”, zegt Marieke. “Vernieuwend onderwijs ontwikkelen is echter geen kwestie van ‘het er - naast het lesgeven - even bij doen. Je moet zoiets echt doen vanuit ontspannenheid; met energie en focus. Anders werkt het niet en kun je nooit duurzaam succes behalen. Ik vind het belangrijk dat we dit als school faciliteren. En dat kost geld. Daarom zetten wij hiervoor de vanuit de overheid beschikbare werkdrukverlichtingsgelden (ook wel convenantgelden genoemd) in. Met behulp van die financiële ondersteuning krijgt elke docent 80 uur ontwikkeltijd. Nu investeren; straks duurzaam profiteren”, vertelt Marieke.
Buiten de hokjes kleuren
Is het met die extra ontwikkeltijd dan ineens allemaal zomaar gefikst? “Nee, dat zeker niet. Het blijft een complex traject, omdat je echt buiten bestaande kaders moet denken”, vertelt Marcel. “Dat is voor ons allemaal een leerproces en voor de een wat makkelijker dan voor de ander. We ondersteunen onze docenten met verschillende soorten trainingen, zodat we een impuls geven aan de creatieve kwaliteit en we tot concrete resultaten komen. Gelukkig zijn we samen wel tot de conclusie gekomen dat er binnen de wettelijk vastgelegde examinering veel speelruimte is.”
Samen groeien
Jan vult aan: “Als je docenten vraagt of de werkdruk is afgenomen door het inzetten van de genoemde gelden, dan zullen zij dat op dit moment nog niet zo ervaren. Iedereen staat achter het nieuwe onderwijsconcept, maar zo’n proces brengt ook onzekerheid met zich mee. Natuurlijk vraag je je als docent af: wat betekent zo’n veranderende rol straks precies voor mij? Dat is iets waar ieder individu voor zichzelf een weg in moet zien te vinden.” Marieke: “Het is een leerproces op zich. Dat kan best wat onrustig voelen. Het mooie is: je hebt onzekerheid nodig om te kunnen groeien.”
Meer regie, impact en rendement
“En straks, als het onderwijsprogramma echt staat, ga je als docent merken dat je vak niet alleen interessanter wordt; je krijgt meer regie over het leerproces en over je werk”, aldus Jan. Marcel: “Onze blik op onderwijs verandert. Niet meer ‘wat moet ik?, maar: wat wil ik? In plaats van jezelf in het keurslijf van een methode dwingen, stel je opdrachten samen met (nog) meer impact, context, samenhang en leerrendement. Dat is niet alleen ontzettend leuk, dat levert docent en leerling meer tijd en ruimte op voor persoonlijke ontwikkeling. Je bepaalt samen wat je doet en hoe je je uren indeelt.” Marieke: “Het gangbare beroepsbeeld is dat je voor elk lokaal een docent hebt. Dat laten we los. Straks gaan leerlingen, docenten en secties onderling veel meer samenwerken, binnen en buiten lokalen. Dat is even wennen, maar vooral ook heel leuk en leerzaam!”
« Terug naar overzicht